Onze cultuur heeft op zijn zachtst gezegd een ongezonde relatie met woede. Van jongs af aan leren we dat boos zijn onwenselijk is. Boze kinderen worden afgesnauwd, krijgen straf of worden vernederd. Dat werkt door in de latere volwassenen: we onderdrukken onze woede. En dat is uiterst schadelijk.
Boosheid is een basisemotie. Het gevoel komt op als je grenzen worden overschreden. Met boosheid geef je aan: tot hier en niet verder. Bij dieren is dat bijvoorbeeld goed te zien: als een hond te ver gaat bij een andere hond, krijgt hij een grauw. Meestal bindt de andere hond dan in.
Het is dus heel gezond om boosheid te voelen en uit te drukken. Het is niets anders dan een signaal dat er iets gebeurt dat je echt niet wilt. Als je dat signaal niet zou hebben, dan weet je niet waar je grenzen liggen. Je kunt ze dus ook niet aangeven aan anderen. Het gevolg is dat anderen over je heen lopen of misbruik van je maken.
Boosheid = geweld?
Iets soortgelijks gebeurt wanneer je geleerd hebt dat je je boosheid moet onderdrukken. Veel mensen zijn als kind door hun ouders of leerkrachten bestraft of vernederd wanneer ze boosheid uitten. Tegelijkertijd hebben veel mensen als kind de boosheid van ouders of andere volwassenen leren associëren met vormen van geweld. In de vorm van schreeuwen, bijvoorbeeld, maar ook als fysieke dreiging en soms slaan.
Daarmee hebben we de overtuiging ontwikkeld dat boosheid iets slechts en onwenselijks is. We zijn bang voor onze eigen boosheid, omdat we het associëren met zowel gewelddadigheid als straf. Wanneer we boosheid voelen, onderdrukken we het daarom. We spreken ons niet uit, of alleen heel beschaafd.
Innerlijke criticus
Dat heeft allerlei ontzettend vervelende gevolgen. Want boosheid is precies hetzelfde als alle andere emoties: hoe meer je het onderdrukt, hoe sterker het wordt. Onderdrukte boosheid blijft smeulen in je onbewuste. Het kan zich op allerlei indirecte manieren uiten. Bijvoorbeeld in ongeduld en driftaanvallen om pietluttigheden of in het verkeer. Maar ook in een gebrek aan zelfvertrouwen of levenslust. En een hele belangrijke: onderdrukte boosheid is een sterke aanjager van de innerlijke criticus. Inderdaad, die stem die onszelf voortdurend naar beneden haalt, is een uiting van de woede die we voor onszelf ontkennen.
De gevolgen van het onderdrukken van woede vormen een lange, treurige lijst. Roddelen, achterklap en pesten zijn uitingen van ongeziene woede. Net als eetstoornissen en veel vormen van angst en depressie. En dan zijn er nog talloze ziektes die zijn terug te voeren op jaren, decennia smeulende woede die niet wordt onderkend, te beginnen met kanker, maar ook auto-immuunziektes.*
Sporen in het lichaam
De Duitse psychotherapeute Alice Miller wijst in haar boek ‘De opstand van het lichaam’ het christelijke vierde gebod aan als grote boosdoener. Wij worden grootgebracht met het (cultureel verankerde) idee dat wij boven alles onze ouders moeten eren. Maar dat, beweert Miller, belemmert ons om gevoelens van boosheid en angst die we in de kindertijd ervaren hebben onder ogen te komen. Wanneer de ouders (of andere familieleden) boos, gewelddadig of bijvoorbeeld verslaafd waren, leven daarvan sporen voort in het onderbewuste, in het lichaam. En als die niet aan het licht worden gebracht en doorleefd, dan maken ze ons ziek.
In het werk van Gabor Maté komt een soortgelijke visie terug, met name in zijn boek ‘Wanneer het lichaam nee zegt’ (When the Body Says No): allerlei ziekten lijken gecorreleerd aan (jeugd)trauma’s, met een belangrijke rol voor onderdrukte boosheid.
Onderzoek je gevoel
Wat kun je hier nu mee? Wel, het is bijzonder lastig om je eigen onderdrukte boosheid aan het licht te brengen. Je hebt immers heel goede redenen gehad om die te onderdrukken en te ontkennen. Toch kun je zelf al veel ontdekken door consequent na te gaan: wat zijn situaties waarin je boos of ongeduldig wordt? Wat hebben die situaties gemeen? En in welk gevoel word je precies in geraakt, dat je wel zo boos moet worden? Wanneer heb je dat gevoel voor het eerst ervaren, wat gebeurde er toen? En hoe werd er eigenlijk op je boosheid gereageerd?
In dit onderzoek kom je de onderdrukkende mechanismen van je eigen geest tegen. Je kunt slaperig worden, geïrriteerd, of je krijgt enorme zin in iets dat je aandacht afleidt. Niks mis mee, maar dit is precies wat het zo lastig maakt. In de praktijk doen we een soortgelijk onderzoek. We betrekken je lichaam erbij. En je krijgt alle ruimte om de woede die je in jezelf ontdekt te uiten, te beleven. Want met die woede ontdek je heel veel waardevols: je levenslust, je vermogen om grenzen te stellen, je creativiteit, je mojo – alles wat het leven interessant en sappig maakt.
Loop jij rond in een waas, weet je niet wat je wilt, wie je bent en waar het naartoe moet? Maak een afspraak en ga op zoek naar je onderdrukte boosheid. Je kunt er alleen maar beter van worden.
* Ik wil zeker niet beweren dat alle depressies, auto-immuunziektes en gevallen van kanker zijn terug te voeren op onderdrukte woede. Wel zijn er talloze correlaties gelegd en worden de biopsychologische werkingsmechanismen daarachter steeds verder in kaart gebracht.